Bij de vervaardiging van sandwichonderdelen worden, afhankelijk van de eisen, verschillende steunmaterialen gebruikt. Om een zo hoog mogelijke efficiëntie te bereiken, moeten deze in één procesgang kunnen worden verwerkt.Schuim met gesloten celstructuur, gemaakt van PET, PMI of PVC, wordt meestal gebruikt. Deze kunnen bijzonder goed worden gebruikt in gesloten RTM- en vacuüminfusieprocessen en maken structurele componenten met een extreem laag eigengewicht mogelijk. Schuim kan gebruikt worden als plaat- of folieblanco’s of als gefreesde kernen. Door het gebruik van schuim kunnen bijzonder schadebestendige constructies worden geproduceerd die desgewenst ook aan hoge brandveiligheidseisen voldoen. Bovendien kan schuim worden voorzien van versterkingsvezels die loodrecht op het oppervlak worden ingebracht, zodat een driedimensionale composietstructuur wordt gecreëerd door de vezels te impregneren.
Om oppervlakken of relatief dunne sandwichconstructies te verbeteren, gebruiken we volumized nonwovens, die vooral gekenmerkt worden door een lage stromingsweerstand in de bovenstaande processen. De tussenlaag absorbeert hars en kan daarom als stromingsmedium worden gebruikt. Lagere materiaalprijzen en eenvoudige verwerkbaarheid leiden tot een hoge kosteneffectiviteit, vooral bij grotere hoeveelheden.
Natuurlijke materialen zoals kurk en balsahout kunnen ook worden gebruikt als steunmateriaal in sandwichconstructies. Van bijzonder belang hierbij zijn de hoge dempingswaarden, waardoor het trillingsgedrag van componenten specifiek kan worden beïnvloed en verbeterd. Balsa-houtkernen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om bijzonder stijve structuren te produceren.
Honingraatkernen van composiet of aluminium worden gebruikt voor extreem lichte structuren. Bij een meerfasig proces moeten de bovenste lagen van de sandwich eerst apart worden geproduceerd en vervolgens in een volgende bewerking op het kernmateriaal worden gelijmd.